Iedereen die ooit aan een pokertafel heeft gezeten, weet het meteen. Poker is geen simpel gokspelletje. Het draait om strategie, timing, stalen zenuwen en af en toe gewoon een beetje geluk. Voor beginners kan het spel best overweldigend zijn. Wat betekenen al die termen? Wanneer moet je raisen of juist folden? Geen zorgen, met een paar handige tips ben je al een heel eind op weg.

Iedereen kan winnen, echt waar

Het mooie aan poker in een online casino op je telefoon is dat iedereen een toernooi kan winnen, ook als je net begint. Als je een paar goede handen krijgt en die op het juiste moment goed speelt, kun je zomaar een tafel leegspelen. Natuurlijk is het lastiger om vaker te winnen als beginner, want ervaring telt zwaar mee. Maar hoe meer je speelt, hoe beter je wordt. Hoe beter je wordt, hoe groter de kans dat je niet alleen een keer, maar vaker toernooien weet te winnen.

Speel minder handen, maar speel ze wel goed

Een veelgemaakte fout onder beginners is dat ze veel te veel handen spelen. Kaarten als A8 of J9 in dezelfde kleur lijken prima, maar de kans dat je echt iets raakt op de flop is klein. En dan zit je ineens in een pot waar je niks aan hebt of nog vervelender, je raakt nét iets, zoals een laag paar en denkt dat je goed zit tot je veel chips verliest. Beter is om een zogenaamde “tight aggressive” stijl aan te houden. Dat betekent: weinig handen spelen, maar als je speelt, dan doe je dat met overtuiging. Dus niet alleen callen, maar juist raisen of zelfs reraisen. Zo haal je meer uit je sterke handen en kom je minder snel in de problemen.

Wees niet te lief aan tafel

Veel beginners zijn te voorzichtig. Ze checken en callen liever dan dat ze zelf inzetten. Maar dan mis je iets belangrijks: je kunt de pot namelijk ook winnen zonder dat je kaarten laat zien. Gewoon door op het juiste moment te betten, zodat je tegenstander het niet aandurft om mee te gaan. Daar moet je wel een beetje lef voor hebben, maar het loont. Probeer dus niet alleen te wachten op monsters van handen. Let op wat je tegenstander doet en als je denkt dat die zwak is, pak dan je kans en zet in.

Probeer te bedenken wat je tegenstander heeft

Dit is misschien lastig in het begin, maar wel superbelangrijk. Veel nieuwe spelers zijn vooral bezig met hun eigen kaarten. "Wat heb ik? Wat kan ik nog maken?" Maar goed pokeren betekent ook dat je kijkt naar de ander. Probeer je voor te stellen wat diegene zou kunnen hebben. Niet één specifieke hand, maar een hele reeks mogelijkheden. Dat noemen we een ‘range’. Stel, je zit aan tafel met iemand die al een uur nauwelijks iets doet en dan ineens verhoogt hij de inzet. Dan kun je er bijna van uitgaan dat hij iets sterks heeft. Misschien een hoge aas of een paar vrouwen of koningen. Hoe beter je daarin wordt, hoe makkelijker het is om beslissingen te maken.

Let goed op wie er bij je aan tafel zit

Dit sluit mooi aan op de vorige tip. Je kunt alleen inschatten wat je tegenstander heeft als je goed oplet hoe hij of zij speelt. Speelt iemand veel handen of juist heel weinig? Zet diegene vaak in of checkt hij constant? Hoe reageert iemand op de flop als er kansen liggen voor een straat of flush? Je hoeft echt niet alles in één keer te zien, maar hoe beter je oplet, hoe sneller je leert om patronen te herkennen en dat geeft je een flinke voorsprong.

Oefening, oefenen en nog eens oefenen

Tja, dit is misschien voorspelbaar, maar wel waar. Hoe meer je speelt, hoe beter je wordt. Denk terug aan die keren dat je als kind leerde hooghouden met een voetbal. In het begin lukte het nauwelijks, maar je bleef oefenen tot het vanzelf ging. Bij poker werkt het net zo. Je maakt fouten, je leert ervan en je past je spel aan. Dat is precies wat je nodig hebt om echt goed te worden.