ALMERE - Van de jongeren die zijn opgespoord in verband met de vele straatroven in februari vorig jaar in Almere, zijn er deze maand vier gedagvaard. De zaken tegen deze verdachten worden behandeld op 5, 12 en 19 januari. Op deze dagen staan ook verdachten van eerdere straatroven terecht. In totaal gaat het om negen verdachten, de meesten zijn minderjarig. In februari moet een derde groep verdachten van straatroven voor de rechter verschijnen.


Vandaag werden drie zaken behandeld. De eerste betrof een 16-jarige Almeerder die verdacht wordt van een straatroof op de Lanzarotestraat op 31 januari 2020 en een straatroof op de Wim Meuldijklaan op 10 februari 2020. Gezien de structurele samenwerking met de anderen is hem ook deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd. De officier van justitie eiste tegen deze verdachte een werkstraf van 60 uur en drie weken jeugddetentie voorwaardelijk.

Daarna werd een eerdere straatroof in Almere vandaag op zitting behandeld. Deze vond plaats op 21 maart 2019 in het Mandelapark in Almere. Bij deze straatroof werd een minderjarige jongen geslagen; ook werd geprobeerd hem te steken met een mes. Hij werd beroofd van zijn mobiele telefoon, oortjes en portemonnee met pasjes. In deze zaak stonden twee van de zes verdachten terecht, een 20-jarige en een 16-jarige Almeerder. De vier overige verdachten zijn eerder berecht of komen op een later moment nog op zitting. Tegen de 20-jarige verdachte eiste de officier van justitie een werkstraf van 100 uur waarvan 40 uur voorwaardelijk. Op deze verdachte is het adolescentenstrafrecht van toepassing. Tegen de 16-jarige eiste hij een werkstraf van 120 waarvan 80 voorwaardelijk en bijzondere voorwaarden zoals begeleiding door Reclassering.

Eind vorig jaar werden vijf anderen jonge verdachten van straatroven in Almere veroordeeld tot een PIJ (jeugd-tbs), werkstraffen en deels voorwaardelijke jeugddetentie met daarbij voorwaarden zoals toezicht, begeleiding, dagbesteding en gedragstrainingen. Dit alles bedoeld om herhaling te voorkomen. De rechtbank deed op 15 december 2020 uitspraak in deze zaken.