ALMERE - Het Openbaar Ministerie (OM) eist celstraffen tot vijf jaar jaar tegen negen verdachten van het produceren en verhandelen van vals geld. De negen verdachten uit Almere vormden, in de visie van het OM, een criminele organisatie die gedurende langere tijd actief was. Het briefgeld dat hierbij werd geproduceerd is aangetroffen in 21 verschillende Europese landen en heeft een geschatte economische schade aangericht van meer dan 600.000 euro.


De zaak kwam aan het rollen toen in februari 2022 een bezorgdienst een standaard controle uitvoerde op een pakketje dat werd afgegeven bij een servicepunt in Almere. In het pakket zaten 274 briefjes van vijftig euro, die na onderzoek vals bleken te zijn. Wat volgde was een groot politieonderzoek naar onder meer camerabeelden waarop de levering met pakketten van drukinkt te zien was, betalingsgegevens van bestellingen, mastgegevens van mobiele telefoons, chatgesprekken en afgeluisterde gesprekken tussen verdachten. Tijdens zoekingen in verschillende woningen en op twee productielocaties in Almere en IJmuiden vond de politie onder andere valse biljetten, printers, snijresten van biljetten, hologrammen en cartridges.

Het onderzoek leidde uiteindelijk tot de aanhouding van negen verdachten: zeven mannen tussen de 21 en 40 jaar oud uit Almere, een 17-jarige jongen uit Almere en een 31-jarige vrouw uit Velsen. Samen vormden zij in de visie van het OM een criminele organisatie gericht op het produceren en verkopen van vals geld. “Een ieder had daarin een rol”, legt de officier van justitie uit. “De ene de rol van besteller van inktjetcartridges, papier of hologrammen, de ander als regelaar van bankrekeningen, weer een ander de rol van producent en weer een ander als verkoper.” De valse biljetten werden door de organisatie verkocht en verstuurd door heel Europa.

De productie van vals geld is een ernstig misdrijf. “Door het handelen van verdachten zijn eerlijk werkende mensen of bedrijven de dupe geworden van het gebruik van vals geld”, aldus de officier van justitie. “Het gedrag van verdachten was op niets anders gericht dan op zelfverrijking ten koste van het maatschappelijk belang. Immers, het gedrag van verdachten betekent een ondermijning van het maatschappelijk vertrouwen in de euro. Dit geldt niet alleen voor Nederland maar voor de gehele Eurozone.”

Bij het bepalen van de strafeis heeft de officier van justitie rekening gehouden met onder meer de ernst van de feiten, de rol die de verschillende verdachten hadden binnen de organisatie en hun persoonlijke omstandigheden. Dit leidde tot strafeisen variërend van een half jaar voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf van 240 uur tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar, geheel onvoorwaardelijk. Tegen de minderjarige verdachte werd 150 dagen jeugddetentie geëist, waarvan 72 voorwaardelijk, en de oplegging van een leerstraf. Vijf verdachten zijn naar aanleiding van tijdens zoekingen aangetroffen goederen ook vervolgd voor wapenbezit, drugsbezit en heling.